De test bestaat uit 246 items, opgedeeld in 34 dimensies/schalen (7 items per dimensie, 7 items die sociaal wenselijke antwoorden meten en 1 ‘dummy' item), waarvan 13 dimensies aansluiten bij het Five Factor Model (FFM) (Openheid,...
De OP5 meet 5 dimensies, ook wel (hoofd)factoren genoemd en 30 persoonlijkheidstrekken (subschalen) met tegengestelde polen. Het aantal items per schaal varieert tussen 8 en 12. Het gaat om de dimensies:- Extraversie met subschalen: Risico nemen...
"Op School" is een webbased volgsysteem voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen op school. Het instrument kan gebruikt worden voor het screenen van het gedrag van kinderen en voor het opstellen van een handelingsplan...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
De schooltoets bestaat uit een leerlingboekje met 12 verschillende opdrachten (waarvan vijf met een werkblad) zoals nazeggen, aanwijzen, vangen, klappen, rijmen enz. De leerkracht observeert de reacties en noteert deze in het Leerlingboekje en...
Ruward 1: modificatie van de Ruward-Fleishman Battery, 1973.Ruward 3 is gelijk aan het Model Testprogramma (1979/1980) ontwikkeld i.o.v. het Ministerie van Sociale Zaken en Bureau Berenschot.Het Ruward-systeem bestaat uit een...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Het begeleidingsinstrument bestaat uit een formulier voor de leraren, waarbij men voor elke leerling op een zespuntsschaal aan moet geven in hoeverre men denkt dat die leerling het diploma zal halen. Daarnaast wordt aan de leerling een lijst van...
Vragenlijst met 32 uitspraken m.b.t. nauwgezetheid, volgorde, tijdschema's etc., waarop cliënt op een vijfpuntsschaal (nooit-zelden-soms-vaak-zeer vaak) moet antwoorden. Doordat de items te groeperen zijn in de volgende niet onafhankelijke...
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...