Vragenlijst met 63 items in de vorm van korte omschrijvingen van bezigheden. De antwoordmogelijkheden zijn ‘past wel bij mij' of ‘past niet bij mij'. Er wordt onderscheid gemaakt naar acht interessegebieden/schalen:1) Muziek en ritme (7 items):...
Test bestaande uit twee delen met elk 12 items, de subtest FoneemWeglating (FW) en FoneemVerwisseling (FV). De items van FW bestaan uit een woord dat het kind moet uitspreken waarbij een gedeelte van het woord weggelaten moet worden. De items...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een set van 15 werkbladen voor elke leerling en een leerlingboekje met voor de zes te meten ontwikkelingsaspecten steeds tien opdrachten die opklimmen in moeilijkheidsgraad (fases). Afhankelijk van de situatie...
Diagnostisch instrument o.a. gebaseerd op het model voor de verwerving van de fonologie van een tweede taal (James, 1987). DUIM bestaat uit acht onderdelen:1. Achtergrondinformatie, 2. Screening spontane spraak, 3. Beoordeling...
Evaluatieschaal met twee subschalen: Houding (24 items) en Gedragsintentie (25 items), die anoniem wordt ingevuld. Op driepuntsschalen wordt aangegeven in hoeverre elke uitspraak op de leerling van toepassing is. De schaal is ontwikkeld vanuit...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
Evaluatieschaal bestaand uit twee delen: houding t.a.v. het milieu (18 items) en gedragsintentie t.a.v. het milieu (20 items). Op driepuntsschalen geeft de leerling aan in hoeverre elke uitspraak van toepassing is. De schaal wordt anoniem...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De beoordelingsschaal verzamelt informatie op vijf gebieden van functioneren die elk als belangrijk diagnostisch criterium voor borderline persoonlijkheidsstoornis worden beschouwd: Sociale aanpassing, Impuls en handelingspatroon, Affekten,...
De test bestaat uit drie equivalente series van 10 kaarten met getekende figuren in opklimmende graad van complexiteit. Er zijn vier wijzen van testafname: A. elke figuur wordt 10 sec. aangeboden, daarna uit geheugen tekenen; B. elke figuur...