Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Testserie, bestaande uit vier subtests:• Analogieën: een analogieprobleem oplossen door toepassing van hetzelfde veranderingsprincipe als in de voorbeeldanalogie. De subtest bestaat uit drie reeksen van 12 items;• Mozaïeken: patronen naleggen in...
Begeleidingsinstrument bestaand uit 76 items gericht op de persoonlijke belangstelling van leerlingen in groep 8. De uitspraken in het digitale instrument hebben betrekking op vier sectoren: Techniek (16 items), Economie (18 items), Zorg &...
Vragenlijst met 43 items verdeeld over twee subschalen: Negatief Zelf Georiënteerde Denkstijl (NZD, 28 items) en Positief Zelf Georiënteerde Denkstijl (PZD, 15 items).De cliënt moet op een vijfpuntsschaal van ‘nooit' tot ‘altijd', invullen hoe...
Diagnostisch instrument o.a. gebaseerd op het model voor de verwerving van de fonologie van een tweede taal (James, 1987). DUIM bestaat uit acht onderdelen:1. Achtergrondinformatie, 2. Screening spontane spraak, 3. Beoordeling...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
Schooltoets bestaand uit formulier met vijf kolommen met ieder 40 sommen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en een gemengde kolom. Langzaam opklimmende moeilijkheidsgraad. In groep 3 worden alleen kolom 1 en 2 afgenomen, in groep 4...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...
Schaal met 24 items die vragen naar leefgewoonten. Uit de drie tot vijf antwoordmogelijkheden moet er één aangekruist worden die het meest van toepassing is.