Screeningsinstrument met negen verschillende niveaus (niveau 2 tot en met 10). Niveau 4 tot en met niveau 8 wordt standaard aangeboden aan leerlingen die geen beperkingen hebben en die op grond van hun geboortedatum, respectievelijk in groep 4...
Testserie, bestaande uit vier subtests:• Analogieën: een analogieprobleem oplossen door toepassing van hetzelfde veranderingsprincipe als in de voorbeeldanalogie. De subtest bestaat uit drie reeksen van 12 items;• Mozaïeken: patronen naleggen in...
Toets bestaande uit twee leeskaarten, A en B. Kaart A ‘de kat' bestaat uit 284 woorden, kaart B ‘de mug' bestaat uit 282 woorden. Kaart A bestaat uit meer eenvoudige woorden dan kaart B en is geschikt voor de zwakke leerling, kaart B is geschikt...
Test met speedkarakter, bestaand uit acht schriftelijke en vier individuele tests (waarbij twee apparaten benodigd zijn) waarmee negen geschiktheidsfactoren gemeten kunnen worden. De acht schriftelijke tests meten de volgende zeven factoren: G...
Diagnostisch instrument o.a. gebaseerd op het model voor de verwerving van de fonologie van een tweede taal (James, 1987). DUIM bestaat uit acht onderdelen:1. Achtergrondinformatie, 2. Screening spontane spraak, 3. Beoordeling...
Deze schooltoets is een vervolg op de Woordenschattoets groep 3 en 4 van het Cito en een onderdeel van het Cito Leerlingvolgsysteem. De toets bestaat uit ruim 100 woorden of uitdrukkingen die op één schaal geordend zijn van makkelijk naar...
Leerdoelgerichte schooltoetsen (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode), die begrijpend lezen meten op woordniveau. Eén is bestemd voor VBO en de ander voor MAVO, HAVO en VWO. De woordenschattests hebben 34 resp. 29 items waarbij de...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Observatieschaal bestaand uit 60 items die 17 gedragspatronen omvatten, zoals afleidbaarheid, emotioneel isolement, gebrekkige coördinatie en lichaamstonus. De items worden gescoord op een vijfpuntsschaal (gedeeltelijk achtpunts) van ‘nooit' tot...