Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Vragenlijst met zeventig items gericht op verschillende aspecten van communicatie, waarbij vooral aandacht is voor pragmatiek. Onder pragmatiek wordt verstaan: de keuze van de gepaste boodschap of de interpretatie in relatie tot de...
Schooltoets met drie protocollen gericht op het screenen van leerachterstanden en leerproblemen:- Suite 1: Spelling A en B, Woorden herkennen, Tekstbegrip Nederlands, Flitstesten, Flitskeuze, Flitstypen, Omgekeerd Flitstypen, Flitskeuze cijfers,...
Diagnostisch instrument o.a. gebaseerd op het model voor de verwerving van de fonologie van een tweede taal (James, 1987). DUIM bestaat uit acht onderdelen:1. Achtergrondinformatie, 2. Screening spontane spraak, 3. Beoordeling...
Vragenlijst met 91 beweringen met betrekking tot attitudes, waarden, gedrag en doeleinden t.a.v. de opvoeding. Op een zespuntsschaal van ‘helemaal mee oneens' tot ‘helemaal mee eens' moet worden aangegeven in welke mate de uitspraak van...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
Vragenlijst die cliënt thuis invult en waaruit de in te stellen therapeutische interventies herleid kunnen worden. Deel I ‘Gegevens over uw achtergrond' bestaat uit zeven onderdelen met een verschillend aantal vragen: Algemeen, Ontstaan en...
Schaal met 15 beweringen die op een vierpuntsschaal van ‘volkomen mee eens' tot ‘absoluut niet mee eens' beantwoord moeten worden. De schaal omvat vier attitudes t.a.v. de opvoeding: 1. Autocratische houding (5 items), 2. Autonomie bevorderende...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...