Vragenlijst die basale persoonlijkheidsdimensies meet. Het instrument bevat in totaal 100 items die over vijf schalen zijn verdeeld (20 items per schaal). De schalen zijn: Extraversie (E), Neuroticisme (N), Absorptie (A), Insensitiviteit (S) en...
Vragenlijst met een algemeen gedeelte dat over de klas of groep gaat waarin een leerling zit en een specifiek gedeelte dat gaat over de leerkracht waarover de leerling de vragenlijst moet invullen. Het algemene gedeelte bestaat uit twee schalen:...
Diagnostisch instrument o.a. gebaseerd op het model voor de verwerving van de fonologie van een tweede taal (James, 1987). DUIM bestaat uit acht onderdelen:1. Achtergrondinformatie, 2. Screening spontane spraak, 3. Beoordeling...
Vragenlijst met 64 dichotome items m.b.t. gedrag en gevoelens. Het meest passende antwoord moet omcirkeld worden. Er zijn vier subschalen met 16 items: Insensitiviteit (factor S), Extraversie (factor E), Neuroticisme (factor N), Ordelijkheid...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Bij deze test wordt aan de cliënt gevraagd zijn persoonlijkheid te beschrijven aan de hand van tien bijvoeglijke naamwoorden. Op basis hiervan worden scores afgeleid voor de dimensies Extraversie, Vriendelijkheid, Gewetensvolheid,...
De beoordelingsschaal verzamelt informatie op vijf gebieden van functioneren die elk als belangrijk diagnostisch criterium voor borderline persoonlijkheidsstoornis worden beschouwd: Sociale aanpassing, Impuls en handelingspatroon, Affekten,...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).