Toets met een afnamemoment in het midden en het einde van het schooljaar. Naast de midden- en eindtoets is er per leerjaar ook een tussentoets beschikbaar. De tussentoets ligt qua niveau tussen de twee toetsen in. Bij een minder snelle...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Test bestaande uit twee onderdelen: Continu Benoemen en Woorden Lezen. Het onderdeel Continu Benoemen bestaat uit vier subtests:- Kleuren benoemen: taak bestaande uit stimuli met rechthoekige vlakjes in de kleuren geel, rood, blauw, groen en...
Diagnostisch instrument o.a. gebaseerd op het model voor de verwerving van de fonologie van een tweede taal (James, 1987). DUIM bestaat uit acht onderdelen:1. Achtergrondinformatie, 2. Screening spontane spraak, 3. Beoordeling...
De toets heeft 25 zowel open als gesloten opgaven. In de eerste fase krijgt elke cursist dezelfde 12 opgaven (moeilijkheidsgraad niveau 2). Afhankelijk van het resultaat krijgt de cursist in de tweede fase 13 opgaven met een lagere (niveau 1...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
Interactieve p.c. test met 18 opgaven. De kandidaat krijgt op een beeldscherm vijf deelprocessen van een fictief produktieproces schematisch aangeboden. Bij elk deelproces (met ieder een bepaald regelprobleem) moet hij met behulp van het...
De test is gebaseerd op de theorieën van Boszormenyi-Nagy en Stierlin en bestaat uit zes subtests: Superego binding (12 items), Affectieve binding (10 items), Kwetsbaarheid (7 items), Rechtvaardigheid (12 items), Erkenning (13 items) en...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.