Test voor het meten van de taalbegripsontwikkeling van Nederlands sprekende kinderen. Het gaat hierbij om het begrijpen van zinnen, en in het bijzonder om de volgende vaardigheden:- Het interpreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen,...
Vragenlijst bestaande uit 34 items die verdeeld zijn over vier subschalen. De subschalen zijn: Herbeleving (7 items), Vermijding (11 items), Verhoogde Prikkelbaarheid (6 items) en Overige Kindspecifieke Reacties (10 items). Op basis van de...
Test voor het meten van de taalbegripsontwikkeling van Nederlands sprekende kinderen. Het gaat hierbij om het begrijpen van zinnen, en in het bijzonder om de volgende vaardigheden:- het interpreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen,...
Observatieschaal bestaande uit 225 woorden en zinnetjes, ingedeeld in 12 semantische rubrieken. De ouders krijgen de opdracht om de woorden en zinnetjes aan te kruisen die hun kind begrijpt.Het instrument is een bewerking van de woorden in de...
Vragenlijst bestaande uit 34 items die verdeeld zijn over vier subschalen. De subschalen zijn: Herbeleving (7 items), Vermijding (11 items), Overgeprikkeldheid (6 items) en Overige Kindspecifieke Reacties (10 items). Tevens wordt er een...
Evaluatieschaal bestaand uit 11 items, 6 negatief en 5 positief geformuleerd. Men moet op een vijfpuntsschaal aangeven in hoeverre elke uitspraak de laatste tijd van toepassing is. Er is één voorbeelditem. De schaal is geconstrueerd volgens...
Diagnostisch instrument o.a. gebaseerd op het model voor de verwerving van de fonologie van een tweede taal (James, 1987). DUIM bestaat uit acht onderdelen:1. Achtergrondinformatie, 2. Screening spontane spraak, 3. Beoordeling...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...