Vragenlijst die basale persoonlijkheidsdimensies meet. Het instrument bevat in totaal 100 items die over vijf schalen zijn verdeeld (20 items per schaal). De schalen zijn: Extraversie (E), Neuroticisme (N), Absorptie (A), Insensitiviteit (S) en...
Test bestaande uit twee vragenlijsten, de DAPP-BQ en de DAPP Screening. De DAPP wordt gebruikt om patiënten met een persoonlijkheidsstoornis te onderscheiden van respondenten zonder persoonlijkheidsstoornis. De DAPP-BQ wordt gebruikt als er...
Schaal bestaande uit 4 vragen die betrekking hebben op de afgelopen week:- Individueel: Hoe ging het met uzelf?- Interpersoonlijk: Hoe ging het in de contacten thuis, met mensen die dichtbij u staan?- Maatschappelijk: Hoe ging het met uw...
Schooltoets met twee parallelvormen A en B met elk 40 opgaven. De opgaven zijn in groepen van vijf verdeeld over acht onderdelen: Vergelijken, Classificeren, Correspondentie leggen, Seriëren, Telwoorden gebruiken, Synchroon en verkort tellen,...
Ordenen bestaat uit twee schooltoetsen met elk 42 opdrachten: voor de jongste kleuters een platenboek en voor de oudste kleuters een platenboek. Beide toetsen kunnen in twee of drie periodes worden afgenomen.Bij elke opdracht moet het goede...
De toets bestaat uit 32 opdrachten voorafgegaan door een oefenitem. Het receptieve deel heeft 27 opdrachten waarbij het kind een plaatje moet aanwijzen en omvat Kleur, Vorm, Vergelijken, Classificeren, Grootte en Tellen. Het tweede deel heeft...
Vragenlijst met 64 dichotome items m.b.t. gedrag en gevoelens. Het meest passende antwoord moet omcirkeld worden. Er zijn vier subschalen met 16 items: Insensitiviteit (factor S), Extraversie (factor E), Neuroticisme (factor N), Ordelijkheid...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
De test bestaat uit een kaart met de complexe figuur, papier, potlood en scoringsformulier. Opdracht: het uit de vrije hand natekenen van de figuur. Wordt o.a. gebruikt voor screening op hersenorganiciteit.
Bij deze test wordt aan de cliënt gevraagd zijn persoonlijkheid te beschrijven aan de hand van tien bijvoeglijke naamwoorden. Op basis hiervan worden scores afgeleid voor de dimensies Extraversie, Vriendelijkheid, Gewetensvolheid,...