Testbatterij voor het beoordelen van de ontwikkeling van jonge kinderen op vijf gebieden: Cognitie, Taal, Motoriek, Sociaal-emotionele Ontwikkeling en Adaptief Gedrag. Binnen het taaldomein wordt door middel van twee subtests onderscheid gemaakt...
Test bestaande uit 14 regels met elk 47 items. Op deze regels staan doelstimuli bestaande uit de letter d met twee apostrofs of verticale streepjes en afleidende stimuli. Opdracht voor de geteste is om doelstimuli te identificeren en door te...
Test bestaande uit 14 regels met elk 47 items. Op deze regels staan doelstimuli bestaande uit de letter d met twee apostroffen of verticale streepjes en afleidende stimuli. Opdracht voor de geteste is om doelstimuli te identificeren en door te...
Begeleidingsinstrument met 25 items gericht op het signaleren van psychosociale problemen bij kinderen. Het instrument is opgebouwd uit vijf subschalen (5 items per subschaal) en een Totale Probleemscore (subschaal 1 t/m 4):-...
Test gericht op het meten van snelheid en nauwkeurigheid van het (visueel) waarnemen (selectieve aandacht). Op een pagina zijn 800 cijfers afgedrukt en de opdracht is het aanstrepen van 241 doelcijfers. De 3 en de 7 dienen diagonaal...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
Vragenlijst bestaand uit 91 items verdeeld over 11 subschalen met zes tot elf items per subschaal. Drie subschalen betreffen gewicht en eetgedrag: Najagen van dunheid, Bulimia en Ontevredenheid met het lichaam. Zeven subschalen betreffen...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
De VSPS is gebaseerd op het meervoudig risicomodel van psychosociale (gedrags)proble-matiek bij jeugdigen van Van der Ploeg en Scholte (1990-1997) dat vijf belangrijke risicogebieden omvat (gedrag, persoonlijkheid, gezinsmilieu, schoolsituatie,...
Projectieve methode bestaand uit 160 stukjes speelgoed: objecten die men buitenshuis aantreft zoals huizen, kerk, auto's, mensen, bomen, tamme en wilde dieren etc. Het kind krijgt de opdracht om een dorp te maken. Het spel dient twee keer...