Vragenlijst met 43 items verdeeld over twee subschalen: Negatief Zelf Georiënteerde Denkstijl (NZD, 28 items) en Positief Zelf Georiënteerde Denkstijl (PZD, 15 items).De cliënt moet op een vijfpuntsschaal van ‘nooit' tot ‘altijd', invullen hoe...
Vragenlijst met 105 items met drie antwoordmogelijkheden. Instructie vooraf. Er zijn vijf subschalen: Inadekwatie/neuroticisme (IN), Volharding (VO), Sociale Inadekwatie (SI), Recalcitrantie (RE) en Dominantie (DO).De NPV-J kan gebruikt worden...
Vragenlijst met 133 items die beantwoord moeten worden met juist, ?, of onjuist. Er zijn zeven schalen: de Inadequatieschaal (IN) met 21 items, de Sociale Inadequatieschaal (SI) met 15 items, de Rigiditeitschaal (RG) met 25 items, de...
De vragenlijst wordt ingevuld door ouders. Zij geven op een driepuntsschaal aan in welke mate een gedragsbeschrijving nu en in de afgelopen zes maanden van toepassing is op hun kind.De VVA bestaat uit 23 items, verdeeld over de vier subschalen...
Boekje met 567 vragen/beweringen die met ‘Akkoord' of ‘Niet Akkoord' beantwoord moeten worden. De eerste 370 items vormen de tien klinische hoofdschalen: Hs, D, Hy, Pd, Mf, Pa, Pt, Sc, Ma en Si.Er zijn zeven controleschalen (validiteitsschalen):...
Vragenlijst met 11 items. De ISB komt overeen met de sociale dimensie van de IRGL, 1990. Er zijn drie subschalen: Potentiële emotionele betrokkenheid, Feitelijke vertrouwelijkheid en Bezoek. Op vierpuntsschalen moet aangegeven worden in...
Vragenlijst met 119 items, verdeeld over zeven schalen:E: sociale extraversie met emotioneel aspect, 23 items;G: gevoelsmatigheid, asthenie, emotionele kwetsbaarheid, 19 items;R: reagibiliteit, actief, doenerig, ondernemend, 17 items;A:...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Observatieschaal met 39 items die door de leerkracht worden gescoord op een vierpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel vaak'. De items betreffen gedrag in de klas, participatie in de groep en houding tegenover autoriteit en omvatten vijf...
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.