Vragenlijst met in totaal 25 positief en negatief geformuleerde stellingen die betrekking hebben op het gedrag van het kind in de afgelopen zes maanden, verdeeld over vijf subschalen (vier probleemschalen en een ‘pro-sociaal...
Vragenlijst die deel uitmaakt van de set vragenlijsten Gezin & Opvoeding (VG&O). Dit zijn vier vragenlijsten die verschillende aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De vragenlijsten kunnen ook los van elkaar worden...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Begeleidingsinstrument met 25 items gericht op het signaleren van psychosociale problemen bij kinderen. Het instrument is opgebouwd uit vijf subschalen (5 items per subschaal) en een Totale Probleemscore (subschaal 1 t/m 4):-...
Observatieschaal met 28 items die drie subschalen omvatten: Apathie (9 items), Cognitie (9 items) en Affect (10 items) met vier antwoordcategorieën. De schaal wordt ingevuld door twee ziekenverzorgers/verpleegkundigen die de patiënt dagelijks...
Batterij van 17 onderdelen betreffende de cognitieve domeinen waarneming, geheugen, gedragsplanning en aandacht, communicatieve en basisvaardigheden. De eerste sessie behelst het logopedisch gedeelte met meting van gehoor, taalimpressie,...
Vragenlijst met 36 items die met ‘juist', ‘?' of ‘onjuist' beantwoord moeten worden. De subschalen zijn Stemming (19 items), Motivatie (13) en Somatische klachten (4).
Vragenlijst met 60 items die direct naar gedrag vragen. Elke vraag heeft vijf itemspecifieke antwoordmogelijkheden. Er zijn negen subschalen: 1. Weigergedrag, 2. Eisend gedrag, 3. Gedragsmoeilijkheden (agressie-overige), 4. Onrust, 5....
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...