Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
Testserie bestaande uit 39 kleurendia's met afbeeldingen van voorwerpen, tekstfragmenten, betekenisvolle platen e.d., die voor het dagelijks leven belangrijk geachte vaardigheden meten zoals taalgebruik, taalbegrip, geheugen, visuele perceptie...
Observatieschaal in te vullen door (2) ziekenverzorgers/verpleegkundigen die de patiënt dagelijks meemaken. Er zijn 14 subschalen met totaal 82 items met vier antwoordcategorieën. De schalen zijn afzonderlijk toe te passen en betreffen het...
Vragenlijst waarmee de mate van zelfstandigheid in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten onderzocht wordt. Hierbij worden zowel de vaardigheden in als de uitvoering van functionele activiteiten gemeten. In totaal zijn er negen schalen:-...
Test bestaande uit 240 groepjes van 2, 3 of 4 piepjes, auditief aangeboden op de computer. Opdracht voor de cliënt is om bij het herkennen van een groep van drie piepjes te reageren door op de spatiebalk te drukken. De tijd tussen de...
Computertoets bestaande uit twee delen: een theorietoets en een praktijktoets. De theorietoets bestaat uit 60 vragen, verdeeld over twee taken van 30 vragen. De toets bevat vragen over vijf categorieën van onderwerpen: constructies,...
Test bestaande uit drie verschillende toetsen, namelijk ‘Begrijpend lezen’, ‘Rekenen-Wiskunde’ en ‘Taalverzorging’. Van iedere toets zijn twee versies beschikbaar voor twee afnamen per jaar. De toets ‘Begrijpend lezen’ bestaat uit de onderdelen...
Test bestaande uit twee verschillende soorten toetsen, namelijk ‘Mondelinge taal’ en ‘Rekenen’. De toets ‘Mondelinge taal’ bestaat uit de onderdelen ‘woordbegrip’, ‘zinsbegrip’ en ‘verhaalbegrip’ en de toets ‘Rekenen’ bestaat uit de onderdelen...
Vragenlijst bestaande uit twee schalen; de 20 items van de toestandsangstschaal vragen hoe het kind zich nu voelt, de 20 items van de angstdispositieschaal vragen hoe het kind zich in het algemeen voelt. Driepuntsantwoordschalen. Bij elke...
Vragenlijst bestaande uit twee schalen: 20 items betreffen toestandsangst (DY 1) en 20 items betreffen angstdispositie (DY 2). Cliënt antwoordt op vierpuntsschaal van ‘geheel niet' (score 1) tot ‘zeer veel' (score 4) en ‘bijna nooit' (score 1)...