Vragenlijst met 18 items zoals ‘wordt gemakkelijk afgeleid', ‘praat aan één stuk door'. Op vijfpuntsschalen van ‘niet' tot ‘zeer vaak' wordt door beide ouders, leerkrachten, groepsopvoeders of andere hulpverleners (die het gedrag van de jeugdige...
Observatieschaal met 22 items die betrekking hebben op vijf factoren: Gestoorde mobiliteit, Verbale klachten, Niet-verbale klachten, Zenuwachtigheid en Depressiviteit. Getrainde verpleegkundigen die goed contact hebben met de patiënt vullen het...
Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:1. Spelling: dictee bestaande uit 45 woorden.2. Begrijpend lezen: 10 teksten met 44 meerkeuze items.3. Rekenen: rekentoets met 73 opgaven.4. Woordenschat: 36 woorden...
Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:1. Spelling: toets bestaande uit 24 dicteewoorden en 23 vierkeuzevragen, waarvan 4 opgaven met onveranderlijke woorden, 2 opgaven met standaard uitdrukkingen, 6...
Vragenlijst bestaande uit vijf algemene vragen (datum operatie, gewicht, lengte, co-morbiditeiten en complicaties) en zes items die betrekking hebben op een van de volgende domeinen:1. Zelfbeeld2. Lichamelijke/fysieke activiteit.3. Sociale...
Vragenlijst met 68 items die 12 schalen omvatten, verdeeld over vier dimensies:1. Lichamelijk: Mobiliteit, Zelfredzaamheid en Pijn;2. Psychologisch: Somberheid, Opgewektheid en Angst;3. Sociaal welbevinden: Aantal buurtgenoten, Aantal goede...
Vragenlijst met twee versies; de MANSA-VN12 en de MANSA-VN16. Beide versies bevatten 12 subjectieve items waarmee tevredenheid wordt gemeten met het leven in het algemeen, het wel of geen werk hebben, financiën, het aantal en de kwaliteit van...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...