Evaluatieschaal met 32 uitspraken verdeeld over vier belevingsaspecten: plezier in wiskunde, angst voor en moeilijkheid van wiskunde, inzet en interesse voor wiskunde, nut en relevantie van wiskunde. De leerlingen kiezen uit vijf alternatieven...
Toets bestaande uit twee delen, de Doorstreepleestoets 1 (DLT1) en de Doorstreepleestoets 2 (DLT2). De DLT1 bestaat uit eenlettergrepige woorden en is geschikt voor leerlingen uit alle groepen. De DLT2 bestaat uit tweelettergrepige woorden en is...
Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:‘Technisch lezen’: blad met 140 woorden waarvan er in 90 seconden zoveel mogelijk goed moeten worden voorgelezen.‘Taalverzorging’: toets bestaande uit 24 dicteewoorden...
Drie leeskaarten, elk met specifieke woordtypen, die achtereenvolgens één minuut hardop moeten worden gelezen. Er zijn van elke kaart drie parallelversies. Tevens twee diagnostische toetsen: een grafementoets en een toets voor auditieve...
Schooltoets bestaande uit twee vormen. Vorm A zowel als vorm B bestaat uit een lijst met 116 onder elkaar geplaatste woorden die het kind vlug en duidelijk moet voorlezen.De EMT is opgenomen in het leerlingvolgsysteem "Leer in Zicht".
De toetsen Technisch Lezen zijn onderdeel van een leerlingvolgsysteem en meten de technische leesvaardigheid van leerlingen uit groep 6 tot en met groep 8. De toets voor deze groepen bestaat uit één schaal, te weten Leestempo. Na de instructie...
Vragenlijst met 22 items in de vorm van een stelling. De docent geeft een score op een zespuntsschaal lopend van ‘geheel niet van toepassing' tot ‘in sterke mate van toepassing'.Het instrument is gebaseerd op de negen domeinen van Morrison,...
Vragenlijst met 24 items in de vorm van een stelling. De leerling geeft op een 10-puntsschaal aan in hoeverre de stelling op hem/haar van toepassing is. Deze 10-puntsschaal in onderverdeeld in vier categorieën: ‘helemaal niet waar' (score 1 of...
Observatieschaal met 16 items die bezigheden omschrijven m.b.t. onthouden en nadenken. Aan de informant (familielid of verzorgende) wordt gevraagd op vijfpuntsschalen, van "veel beter" via "niet veranderd" tot "veel slechter", aan te geven...
De observatieschaal ZAS heeft zes subschalen (totaal 40 items) waarin de geboden zorg op zes gebieden moet worden aangegeven (‘patiënt voert taak zelfstandig uit' tot ‘wordt geheel door begeleiderovergenomen') en 1 subschaal waarin de...