Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
De test bestaat uit twee delen:Deel 1: reeks omcirkelde getallen, die in volgorde van 1 tot 25 door lijnen verbonden moeten worden.Deel 2: reeks omcirkelde getallen en letters, waarbij de corresponderende letters en getallen verbonden moeten...
Schaal met 67 items die op een vijfpuntsschaal worden beantwoord. Er zijn vijf subschalen:AE, angst en onzekerheid over de eigen gezondheid;AA algemene gezondheidsangst verwijzend naar overprotectieve gezondheidsopvattingen;ZO,...
De vragenlijst heeft 123 items die op een zespuntsschaal (van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens) door de ouder(s) ingevuld moeten worden. Bij het beantwoorden moet steeds hetzelfde kind (leeftijd mag variëren van 2 tot 14 jaar) voor ogen...
Vragenlijst met 197 items waarop cliënt aangeeft met ‘waar', ‘?' of ‘onwaar' in hoeverre elke uitspraak voor hem kenmerkend is geweest gedurende de laatste vijf jaar. Daarnaast gaan 15 items de algemene criteria van een persoonlijkheidsstoornis...
Leerdoelgerichte schooltoets (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die begrijpend lezen meet op woordniveau. De Woordenschattest heeft 33 items waarbij de leerling uit vier alternatieven het woord moet kiezen dat qua betekenis het...