Beoordelingsschaal met 12 items betreffende de aan- of afwezigheid van gemiddeld-normaal gedrag (contact leggen, actief taalgebruik) of ongewoon c.q. gestoord gedrag (stereotypie-en, automutilatie enz.).
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Schaal met 67 items die op een vijfpuntsschaal worden beantwoord. Er zijn vijf subschalen:AE, angst en onzekerheid over de eigen gezondheid;AA algemene gezondheidsangst verwijzend naar overprotectieve gezondheidsopvattingen;ZO,...