De vragenlijst is gebaseerd op de theorie van N. Chodorow (1978, 1989) en de DPD-kenmerken uit de DSM-III-R en bestaat uit 50 items die beantwoord moeten worden op zevenpuntsschalen, van ‘absoluut niet' via ‘middelmatig' tot ‘helemaal'. Er zijn...
Toets gebaseerd op het intelligentiemodel van Vernon (1950, 1965) met zeven subtests. Er zijn voorbeelditems en per subtest 15 tot 24 meerkeuzevragen.De subtests Woorden passen, Woorden kennen, Woorden onthouden en Goede zinnen vormen de factor...
Computertoets bestaande uit zeven subtests en een totaalschaal:- Woorden Passen (WP, 24 items): naar aanleiding van een voorbeeld moet uit vier antwoordmogelijkheden een tweede woordpaar gevormd worden.- Technische Tekeningen (TT, 20 items):...
Vragenlijst met veertig items en acht subschalen waarmee wordt onderzocht welke leiderschapsstijl cliënt hanteert: Directief, Overtuigend, Participerend, Delegerend, Middenpositie, Resultaatgericht, Relatiegericht en Actief-Passief. De...
Vragenlijst met 20 vragen betreffende vaardigheden als oriëntatie in tijd en plaats, voorwerpen benoemen, woorden herhalen, lezen, schrijven, natekenen van figuren e.d.Er is ook een verkorte versie met 12 items. De beide MMSE versies kunnen...
De beoordelingsschaal bestaat uit tien in omgangstaal gestelde items die elk op een zevenpuntsschaal worden gescoord. Scoring tijdens of na klinisch interview waarin de vragen ruim gesteld worden, gericht op aanwezigheid van door de patiënt...
De test omvat vijf reeksen (A, B, C, D, en E) van 60 opgaven in totaal, die elk bestaan uit één of meer figuren. De opgaven zijn gebaseerd op verschillende figuratieve principes in de systematische samenhang der delen of figuren. Elke reeks...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...