Screeningsinstrument bestaand uit drie subtests, 1. Visueel geheugen, vijf objecten moeten worden onthouden en aangewezen op platen met vier alternatieven; 2. Oriëntatie voor tijd en plaats; 3. Fluency, zoveel mogelijk dieren, resp. beroepen...
Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
Vragenlijst met 25 groepen van vijf uitspraken. Men moet de uitspraak omcirkelen die het best beschrijft hoe men zich de afgelopen week heeft gevoeld. Indien van toepassing moet een extra vraag over de aanwezigheidsduur (korter of langer dan...
Observatieschaal waarmee het dagelijks doen en laten van de leerlingen en de manier waarop ze met elkaar en met de leerkracht omgaan, wordt beschreven (normaal gedrag).Er zijn twee parallelle vormen (A en B) met elk 52 bipolaire items b.v.:...
Deze methode bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel omvat het genereren van (meest 20 of meer) waardengebieden aan de hand van een standaard set vragen. Intensieve interactie is vereist tussen testleider en cliënt. In het tweede gedeelte...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...