Vragenlijst met 119 items, verdeeld over zeven schalen:E: sociale extraversie met emotioneel aspect, 23 items;G: gevoelsmatigheid, asthenie, emotionele kwetsbaarheid, 19 items;R: reagibiliteit, actief, doenerig, ondernemend, 17 items;A:...
Begeleidingsinstrument bestaand uit 76 items gericht op de persoonlijke belangstelling van leerlingen in groep 8. De uitspraken in het digitale instrument hebben betrekking op vier sectoren: Techniek (16 items), Economie (18 items), Zorg &...
Observatieschaal met 30 gedragsomschrijvingen die op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd' worden ingevuld. De IPPO bestaat uit twee subschalen: 1. Sociale interesse en Gedrag en 2. Zelfkontrole en Normbesef. De totaalscore geeft het...
Vragenlijst met 105 items met drie antwoordmogelijkheden. Instructie vooraf. Er zijn vijf subschalen: Inadekwatie/neuroticisme (IN), Volharding (VO), Sociale Inadekwatie (SI), Recalcitrantie (RE) en Dominantie (DO).De NPV-J kan gebruikt worden...
Boekje met 567 vragen/beweringen die met ‘Akkoord' of ‘Niet Akkoord' beantwoord moeten worden. De eerste 370 items vormen de tien klinische hoofdschalen: Hs, D, Hy, Pd, Mf, Pa, Pt, Sc, Ma en Si.Er zijn zeven controleschalen (validiteitsschalen):...
Vragenlijst met 133 items die beantwoord moeten worden met juist, ?, of onjuist. Er zijn zeven schalen: de Inadequatieschaal (IN) met 21 items, de Sociale Inadequatieschaal (SI) met 15 items, de Rigiditeitschaal (RG) met 25 items, de...
Vragenlijst met 83 items met drie antwoordmogelijkheden. Instructie vooraf. Vijf subschalen: negativisme (NEG), somatisering (SOM), verlegenheid (VERL), ernstige psychopathologie (PSY) en extraversie (EX).De NVM is sinds 2003 vervangen door de...
Adaptieve vragenlijst met in totaal 277 items. De kandidaat krijgt items aangeboden tot er 10 items correct zijn ingevuld, binnen een tijdslimiet van 30 minuten. Alle items zijn cijfergroepen, waarbij het antwoord kan worden gegeven door het...
De methode bestaat uit tien platen waarop deels achromatische, deels chromatische symmetrische vlekken staan. De platen vormen het stimulusmateriaal. Cliënt moet zeggen wat de vlekken kunnen voorstellen. De scoring en interpretatie verschilt...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...