Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
Schooltoetsen voor resp. groep 3 en 4, groep 5 en 6 en groep 7 en 8. De toetsen worden, vanaf groep 3, steeds halverwege en aan het eind van elk leerjaar afgenomen. De opgaven betreffen kennis, inzichten, vaardigheden en procedures en sluiten...