Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Test met 20 gestandaardiseerde motorische opdrachten waarvoor eenvoudig materiaal nodig is zoals een lint, enkele ballen, kistje e.d. Voor de opdrachten is een werkafstand van ca. zes meter nodig. De opdrachten hebben een oplopende...
Vragenlijst met 76 items uit diverse fobieënclusters. Op een vijfpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel veel' kan men bij elke bewering aangeven hoe angstig men op het ogenblik daarvoor is. Er is een voorbeelditem. De vragenlijst omvat vijf...