Schooltoets (2 parallelvormen A en B) die niet gebonden is aan een bepaalde lees- of taalmethode. Na een informatieve tekst moet de leerling vragen beantwoorden die betrekking hebben op woord-, zins- of tekstniveau en kiest daarbij uit vier...
Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
Observatieschaal met drie subschalen:Persoonlijkheidsontwikkeling en sociaal-emotioneel gedrag, waarin aspecten als zelfredzaamheid, zelfvertrouwen, zelfregulering, weerbaarheid e.d. aan bod komen;Motoriek waarin zowel de grove als fijne...
Vier taakgerichte schooltoetsen die bepaalde aspecten van het begrijpend lezen meten, nl. begrijpen van de betekenis van geschreven woorden (Synoniementest, 30 items), begrijpen van geschreven woorden die telkens elkaars tegenstelling zijn...
Test met 45 opgaven waarbij uit zes figuren twee figuren moeten worden gekozen, die beantwoorden aan een bepaald principe, dat men dient te ontdekken in vier eerder gegeven figuren. Er is ook een adaptieve computerversie. Zie Tellegen e.a. 1999.
De schooltoets bestaat uit een werkblad met tekeningen van voorwerpen waarbij een door de leerkracht aangegeven letter moet worden opgeschreven (fonemendictee) en leeskaart met losse letters (grafemenkaart). De toets wordt afgenomen bij...