Test met negen subtests: synoniemen, getallenreeksen, verbale analogieën, figuuranalogieën, tekens invullen, woorden invullen, figuur uitslagen, categorieën, figuur intekenen.
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
De schooltoets bestaat uit 5 oefen- en 20 toetsopgaven van elk vier plaatjes. Het plaatje van het in klanken verdeelde en zo door de kleuterleidster uitgesproken woord moet door het kind worden doorgestreept. Elke rij plaatjes bevat woorden die...
Vragenlijst met 64 dichotome items m.b.t. gedrag en gevoelens. Het meest passende antwoord moet omcirkeld worden. Er zijn vier subschalen met 16 items: Insensitiviteit (factor S), Extraversie (factor E), Neuroticisme (factor N), Ordelijkheid...
Vragenlijst die basale persoonlijkheidsdimensies meet. Het instrument bevat in totaal 100 items die over vijf schalen zijn verdeeld (20 items per schaal). De schalen zijn: Extraversie (E), Neuroticisme (N), Absorptie (A), Insensitiviteit (S) en...
Bij deze test wordt aan de cliënt gevraagd zijn persoonlijkheid te beschrijven aan de hand van tien bijvoeglijke naamwoorden. Op basis hiervan worden scores afgeleid voor de dimensies Extraversie, Vriendelijkheid, Gewetensvolheid,...