De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
De vragenlijst bestaat uit 36 items die uiteenlopende aspecten van de tandheelkundige behandeling beschrijven. Op vijfpuntsschalen wordt ingevuld in hoeverre de uitspraak van toepassing is. Er zijn drie subschalen te onderscheiden, 1. Sociale...