Test bestaande uit drie onderdelen: ‘Letterpatronen’, ‘Woordrelaties’ en ‘Cijferpatronen’. Bij ‘Letterpatronen’ moeten kandidaten twee letters invoeren om een reeks kloppend te maken. Bij ‘Woordrelaties’ moeten kandidaten één woord uit vijf...
Test bestaande uit vijf schalen: Inadequatie (IN), Volharding (VO), Sociale Inadequatie (SI), Recalcitrantie (RE) en Dominantie (DO). Elke schaal bestaat uit 20 zinnen, bijvoorbeeld ‘ik ben graag alleen'. Opdracht voor het kind is om voor elke...
Vragenlijst bestaande uit 90 items, verdeeld over vijf schalen met ieder 18 items: ‘Inadequatie’, ‘Volharding’, ‘Sociale Inadequatie’, ‘Recalcitrantie’ en ‘Dominantie’. De schaal ‘Inadequatie’ bestaat uit twee subschalen met elk zeven items:...
Schaal met vier items, via factoranalyse verkregen uit de Subjective Symptom Test of Fatigue (Kogi e.a., 1970), waarop patiënten op een vierpuntsschaal aangeven in welke mate men de voorafgaande dag last had van een symptoom.
Vragenlijst met 140 items en zeven schalen. Een korte beschrijving van de schalen en hun meetpretentie:- Inadequatie: emotionele (in)stabiliteit.- Sociale Inadequatie: aan-/afwezigheid van sociale angst.- Rigiditeit: nauwkeurigheid, ordelijkheid...
Vragenlijst met 140 items en zeven schalen. Het betreft de volgende schalen en hun meetpretentie:Inadequatie (IN): emotionele (in)stabiliteit.Sociale Inadequatie (SI): aan-/afwezigheid van sociale angst.Rigiditeit (RG): nauwkeurigheid,...
Vragenlijst bestaand uit drie schalen: Negativisme (NEG, 17 items), Ernstige Psychopathologie (PSY, 16 items) en Somatisering (SOM, 21 items). Van de 54 uitspraken moet cliënt aangeven in hoeverre ze van toepassing zijn door "juist", "?" of...
Vragenlijst met 77 items. Op een vijfpuntsschaal kan cliënt aangeven in hoeverre de pijncognities op hem/haar betrekking hebben. Vijftig items vormen samen de factoren Negatieve Zelfeffectiviteit (NZ), Catastroferen (CA), Positieve Verwachting...
Test bestaande uit zeven subtests:- Verbaal-inductief: Analogieën (ANA). Subtest bestaande uit 17 items waarbij de juiste analogie gekozen moet worden uit vijf antwoordmogelijkheden.- Numeriek-inductief: Cijferreeksen (CYF). Subtest bestaande...
Test bestaande uit vier onderdelen: ‘Analogieën’ (15 items), ‘Cijferreeksen’ (12 items), ‘Diagrammen’ (13 items) en ‘Figuurreeksen’ (15 items). Bij ‘Analogieën’ moeten kandidaten twee woorden uit elk drie antwoordalternatieven kiezen zodat de...