De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Vragenlijst met 36 items die met ‘juist', ‘?' of ‘onjuist' beantwoord moeten worden. De subschalen zijn Stemming (19 items), Motivatie (13) en Somatische klachten (4).
Vragenlijst met 58 items die op een zespuntsschaal van ‘dat is beslist zo' tot ‘dat is beslist niet zo' worden gescoord. De items betreffen aspecten van dwanggedrag.
Vragenlijst met 46 items die een situatie/omstandigheid beschrijven. Op vijfpuntsschalen vult cliënt in a. hoeveel trek in alcohol en b. hoe vaak hij drinkt in die omstandigheid. Er zijn zes subschalen: Onplezierige emoties, Zoeken naar...