De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Vragenlijst met een algemeen gedeelte dat over de klas of groep gaat waarin een leerling zit en een specifiek gedeelte dat gaat over de leerkracht waarover de leerling de vragenlijst moet invullen. Het algemene gedeelte bestaat uit twee schalen:...
De vragenlijst bestaat uit 52 items met de volgende schalen: Welbevinden (W), Invaliditeitsbeleven (I), Ontstemming (O), Sociale geremdheid (S). Antwoordcategorieën: juist/?/onjuist.
Test met 45 opgaven waarbij uit zes figuren twee figuren moeten worden gekozen, die beantwoorden aan een bepaald principe, dat men dient te ontdekken in vier eerder gegeven figuren. Er is ook een adaptieve computerversie. Zie Tellegen e.a. 1999.