Cognitieve capaciteiten test die verbale, numerieke en ruimtelijke subtests bevat en uit items bestaat die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de jaargroepen zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar...
Test met twee versies, A. image vorm, concrete woorden en B. no-image vorm, abstracte woorden. Elke versie bestaat uit 15 éénlettergrepige woorden die laag-associatief zijn. Via een cassetteband worden de 15 woorden in 25 sec. aangeboden. De...
De test is gebaseerd op de theorieën van Boszormenyi-Nagy en Stierlin en bestaat uit zes subtests: Superego binding (12 items), Affectieve binding (10 items), Kwetsbaarheid (7 items), Rechtvaardigheid (12 items), Erkenning (13 items) en...
De vragenlijst bestaat uit 12 beweringen die door cliënt op vijfpuntsschalen van ‘helemaal niet' tot ‘helemaal op mij van toepassing' beantwoord worden. De NML wordt gebruikt om indicatoren voor het behandelresultaat te meten en veranderingen...
Observatieschaal in te vullen door de leerkracht. Omvat de subschalen Tijdsbegrip, Ruimtebegrip, Voorwaarden voor getalbegrip, Motoriek, Geheugen, Sociale cognitie, Taal, Spelontwikkeling, Zelfredzaamheid, Leesvoorwaarden en Sociaal-emotionele...
De vragenlijst heeft 123 items die op een zespuntsschaal (van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens) door de ouder(s) ingevuld moeten worden. Bij het beantwoorden moet steeds hetzelfde kind (leeftijd mag variëren van 2 tot 14 jaar) voor ogen...
Methode voor het toetsen van productieve pragmatische vaardigheden. Er worden 31 pragmatische vaardigheden onderzocht die onderverdeeld zijn in de categorieën Communicatieve Functies (CF, 24 items), Conversatievaardigheden (CV, 18 items) en...
De vragenlijst is gebaseerd op het stressmodel van Lazarus (1970) en de attributietheorie van Weiner (1972) en bestaat uit vier delen:A. Subjectieve Gezinsbelasting; vragenlijst met acht categorieën zoals Acceptatie, Aankunnen, Problemen hebben...
Vragenlijst met 16 items. De items betreffen klachten die voorkomen bij het hyperventilatiesyndroom. Op vijfpuntsschalen (van nooit tot zeer vaak) moet patiënt invullen in hoeverre de klachten op hem van toepassing zijn. De lijst kan gebruikt...
Observatieschaal in de vorm van de Q-sort techniek. Levert een systematische beschrijving van gedrag en beleven van het kind op.Bestaat uit 100 kaartjes met uitspraken en negen enveloppen. De leraar (of andere informant) beoordeelt hoe goed elke...