Toets bestaande uit tien onderdelen: ‘vergelijken’, ‘hoeveelheden koppelen’, ‘correspondentie’, ‘ordenen’, ‘telwoorden gebruiken’, ‘synchroon en verkort tellen’, ‘resultatief tellen’, ‘toepassen van kennis van getallen’, ‘schatten’ en ‘meten’....
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.