Test voor het in kaart brengen van cognitieve functies en andere ontwikkelingsfuncties, bestaande uit 30 subtests gericht op zes domeinen: ‘Intelligentie’, ‘Executieve functies’, ‘Psychomotoriek’, ‘Sociaal-emotionele competenties’, ‘Schoolse...
Test met 13 subtests, 6 Verbaal en 7 Performaal. De opgaven bestaan o.a. uit gekleurde plaatjes, blokjes, legpuzzels, doolhoven en mondeling aangeboden opgaven. Subtest Symbolen vergelijken is nieuw, de overige subtests zijn voor ca. 60%...
Testserie, bestaande uit 12 subtests:1. Figuur herkennen: onvolledige tekeningen van concrete, alledaagse onderwerpen die benoemd moeten worden (60 items);2. Exclusie: vier plaatjes (abstracte figuren), waarvan er één niet bij hoort (65...
Vragenlijst gericht op de beleving van het kind van schoolse taken. Er zijn in totaal 89 items en vier schalen:- Prestatiemotivatie (P): de intrinsieke motivatie van een kind om te presteren.- Negatieve Faalangst (F-): angst om te falen waardoor...
Vragenlijst bestaande uit 100 korte gedragsmatig geformuleerde items. Er is een versie voor volwassenen (geschikt vanaf 16 jaar) en een versie voor adolescenten (geschikt vanaf 11 jaar). Voor volwassenen staan de items in de derde persoon...
Projectieve test met tien platen. Op de tien platen staan inktvlekken afgebeeld, vijf zwart-witte en vijf met kleur. De tien platen worden op volgorde aangeboden aan de cliënt. Deze wordt gevraagd wat de inktvlek voorstelt. Reacties worden...
Vragenlijst met 59 gestandaardiseerde items, verdeeld over zeven schalen:1. Zelfvertrouwen (8 items): het gevoel en geloof dat een sporter goed kan presteren en succesvol kan zijn in zijn sport.2. Controle over negatieve energie (9 items):...
Test bestaande uit een lijst met 30 eigenschappen, waarbij aangegeven moet worden in welke mate de respondent denkt dat deze eigenschap bij zichzelf aanwezig is. Antwoorden worden gegeven op een zevenpuntsschaal, lopend van ‘klopt helemaal niet'...
Vragenlijst bestaand uit 185 items. De eerste 170 items bestaan uit stellingen waarbij de kandidaat antwoordt door te kiezen uit ‘waar', ‘?' of ‘niet waar'. Voorbeelditem: ‘Ik houd ervan ordelijk te zijn en te weten waar al mijn spullen zijn'....
Er zijn twee versies: Blikvanger 3 en Blikvanger 5-13. De lijsten worden ingevuld door de ouder/verzorger die het kind het beste kent. Op vijfpuntsschalen, van "absoluut niet" tot "helemaal", geven de ouders aan of een item van toepassing is op...