Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Begeleidingsinstrument van vier items waarop patiënt op zevenpuntsschalen moet aangeven hoe hij zich de laatste twee weken heeft gevoeld. De items vormen een verkorte versie van de subschaal Subjectieve moeheid van de CIS (23B.16).De VVV kan...
Vragenlijst met 36 items die met ‘juist', ‘?' of ‘onjuist' beantwoord moeten worden. De subschalen zijn Stemming (19 items), Motivatie (13) en Somatische klachten (4).
Boek met 38 platen. Iedere plaat bestaat uit cijfers in bepaalde kleurcombinaties, of uit tracé's in bepaalde kleurcombinaties (voor personen die geen cijfers kunnen lezen).
De schooltoets bestaat uit 5 oefen- en 20 toetsopgaven van elk vier plaatjes. Het plaatje van het in klanken verdeelde en zo door de kleuterleidster uitgesproken woord moet door het kind worden doorgestreept. Elke rij plaatjes bevat woorden die...