Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar één van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Test voor het meten van de taalbegripsontwikkeling van Nederlands sprekende kinderen. Het gaat hierbij om het begrijpen van zinnen, en in het bijzonder om de volgende vaardigheden:- Het interpreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen,...
De test bestaat uit vijf onderdelen, waarbij er verschillende versies zijn voor de groepen 2, 3, 4/5 en 6/7/8 van het basisonderwijs. Voor groep 2 en 3 bestaat de test uit de volgende onderdelen:1. Subiteren: leerlingen krijgen twee vakken met...
Test voor het meten van de taalbegripsontwikkeling van Nederlands sprekende kinderen. Het gaat hierbij om het begrijpen van zinnen, en in het bijzonder om de volgende vaardigheden:- het interpreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen,...
Observatieschaal bestaande uit 225 woorden en zinnetjes, ingedeeld in 12 semantische rubrieken. De ouders krijgen de opdracht om de woorden en zinnetjes aan te kruisen die hun kind begrijpt.Het instrument is een bewerking van de woorden in de...
De schooltoets bestaat uit twee kaarten met een tekst die in het begin eenvoudig is en later complexer wordt. De tekst sluit aan bij de algemene leervolgorde van het lezen en kan in alle groepen worden afgenomen. De leerling leest gedurende 1...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...