De test bestaat uit zeven subtests:Hoofdbewerkingen (HB): er wordt een getal gegeven, waarbij twee juiste sommen moeten worden gekozen uit vijf antwoordalternatieven (101 items);Woordbetekenis (WB): woord met dezelfde betekenis kiezen uit vijf...
Non-verbale intelligentietest, die inzicht beoogt te geven in het abstracte redeneervermogen. Het instrument heeft 40 items met een oplopende moeilijkheidsgraad. Ieder item bestaat uit een 3 bij 3 matrix en heeft 8 antwoordalternatieven. De taak...
Semigestructureerd klinisch interview waarmee wordt beoogd drie clusters van symptomen van posttraumatische stressstoornis te meten: herbeleving (5 items), vermijding (7 items) en verhoogde prikkelbaarheid (5 items). Eerst wordt met de Life...
Screeningsinstrument met twee versies: de CST14, die 14 vragen bevat betreffende eenvoudige feitenkennis die is opgedaan in het verleden, en de CST20, met 20 vragen (zes iets moeilijker vragen zijn toegevoegd). Het instrument dient om t.b.v. de...
De YSR is de door de jongere zelf in te vullen versie van de CBCL. De YSR bestaat uit twee delen: 1. een vaardigheids- of competentiedeel met 17 vragen betreffende sport, hobbies, school e.d. die op twee- tot vierpuntsschalen beantwoord moeten...
Vragenlijst met 24 items van vier woorden. De werknemer moet aangeven welk woord hem in de werksituatie het best (B) en het minst (M) beschrijft. De vragenlijst is gebaseerd op het model van W.M. Marston, 1928 dat de eigenschappen Dominantie,...
De test bestaat uit zes subtests die in een vaste volgorde worden afgenomen. 1. Visueel geheugen, conditie 1, 2 en 3; 2. Oriëntatie; 3. Meander; 4. Fluency; 5. Natekenen; 6. Acht-Woorden Test. Voorafgaand aan de testafname worden biografische en...
Twee begeleidingsinstrumenten: de LAS-A (een bewerking van de schaal van Estes, 1971) is een vijfpunts Likertschaal met 20 items die recreatief of vrij lezen meten. De LAS-B is een vijfpunts Likertschaal met 22 items en meet attitude t.a.v....
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...