Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Methode bestaande uit 16 opgaven. De opdracht is om drie gekleurde blokjes te verplaatsen vanuit een standaardconfiguratie op drie staafjes met verschillende lengte naar een doelpositie met een minimum aantal verplaatsingen. De opdrachten lopen...
Schooltoets in de vorm van een invuldictee. De leerling moet weggelaten werkwoordsvormen in twintig zinnen invullen. De zinnen worden voorgelezen. Er werden alleen vervoegingen met ‘dt', ‘dd' en ‘tt' opgenomen. De schooltoets kan worden gebruikt...
Evaluatieschaal bestaand uit 11 items, 6 negatief en 5 positief geformuleerd. Men moet op een vijfpuntsschaal aangeven in hoeverre elke uitspraak de laatste tijd van toepassing is. Er is één voorbeelditem. De schaal is geconstrueerd volgens...
De vragenlijst bestaat uit twee onderdelen (mogelijk uit te breiden tot drie): 1. vragen over relevante achtergrondgegevens van de organisatie en over demo- en biografische gegevens van de respondenten; 2. het standaardonderdeel; 3. (optioneel)...
Schaal met 46 items plus 10 sociale wenselijkheidsitems, voorafgegaan door twee voorbeelditems. Er worden zes subschalen onderscheiden die gericht zijn op verschillende aspecten van sociale angst: de items binnen deze subschalen verwijzen naar...