GESTRUCTUREERDE ORTHOPEDAGOGISCHE SPELOBSERVATIEMETHODE, GOrS, 2005

Methode bestaande uit vier spelsituaties:1. Spel met wereldmateriaal (WM): dit onderdeel bestaat uit twee speelscènes, waarbij het kind met het wereldmateriaal speelt. Het materiaal bestaat zowel uit concreet materiaal, zoals huisjes en auto's,...

JUNIOR NEDERLANDSE PERSOONLIJKHEIDS VRAGENLIJST, NPV-J, 1981

Vragenlijst met 105 items met drie antwoordmogelijkheden. Instructie vooraf. Er zijn vijf subschalen: Inade­kwatie/neuroticisme (IN), Volharding (VO), Sociale Inadekwatie (SI), Recalcitrantie (RE) en Dominantie (DO).De NPV-J kan gebruikt worden...

NEDERLANDSE PERSOONLIJKHEIDS VRAGENLIJST, NPV, 1974

herziene uitgave 2000

Vragenlijst met 133 items die beantwoord moeten worden met juist, ?, of onjuist. Er zijn zeven schalen: de Inadequatieschaal (IN) met 21 items, de Sociale Inadequatieschaal (SI) met 15 items, de Rigiditeitschaal (RG) met 25 items, de...

IPO DIDACTISCHE TOETS ROTTERDAM, 1999

3e Herijkte versie

De schooltoets bestaat uit vijf testboekjes met items in opklimmende moei­lijkheidsgraad. Er zijn vijf niveaus, niveau 1 komt overeen met leerstofonderdelen van groep 4, niveau 5 met leerstofonderdelen van groep 8 primair onderwijs.Er zijn vier...

MINNESOTA MULTIPHASIC PERSONALITY INVENTORY-2, MMPI-2 TM, 1993

Vlaams-Nederlandse bewerking van de Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI-2) van J.N. Butcher, W.G. Dahlstrom, J.R. Graham, A. Tellegen en B. Kaemmer (1989)

Boekje met 567 vragen/beweringen die met ‘Akkoord' of ‘Niet Akkoord' beantwoord moeten worden. De eerste 370 items vormen de tien klinische hoofdschalen: Hs, D, Hy, Pd, Mf, Pa, Pt, Sc, Ma en Si.Er zijn zeven controleschalen (validiteitsschalen):...

GUILFORD-LTP TEMPERAMENT SURVEY, GLTS ‘94, 1994

Aanpassing van de GLTS (1974)

Vragenlijst met 119 items, verdeeld over zeven schalen:E: sociale extraversie met emotioneel aspect, 23 items;G: gevoelsmatigheid, asthenie, emotionele kwetsbaarheid, 19 items;R: reagibiliteit, actief, doenerig, ondernemend, 17 items;A:...

GEDRAGSOBSERVATIESCHAAL, K3-L1, 1989

Observatieschaal met 47 items die door de leerkracht wordt ingevuld na een observatieperiode van een maand. Op een vijfpuntsschaal (van altijd tot nooit) en een zevenpuntsschaal (van zeker tot helemaal niet) wordt observeerbaar gedrag...

NEDERLANDSE VERKORTE MMPI, NVM, 1980

Vragenlijst met 83 items met drie antwoordmogelijkheden. Instructie vooraf. Vijf subschalen: negativisme (NEG), somatisering (SOM), verlegenheid (VERL), ernstige psychopathologie (PSY) en extraversie (EX).De NVM is sinds 2003 vervangen door de...

RORSCHACHTEST, 1921

De methode bestaat uit tien platen waarop deels achromatische, deels chromatische symmetrische vlekken staan. De platen vormen het stimulusmateriaal. Cliënt moet zeggen wat de vlekken kunnen voorstellen. De scoring en inter­pretatie verschilt...

VIER PLATEN TEST, VPT, 1948

De test bestaat uit vier platen met vage, gekleurde voorstellingen die één minuut getoond worden. Cliënt moet een verhaal schrijven, waarin alle vier de afgebeelde situaties voorkomen. De volgorde van de platen in het verhaal is vrij. Vooraf...