Toets die tweemaal bij peuters kan worden afgenomen, namelijk in leeftijdscategorieën P1 (3;0 tot en met 3;5 jaar) en P2 (3;6 tot en met 4;0 jaar).De toets bestaat uit drie delen, die overeenkomen met de categorieën die worden getoetst...
Schooltoets in de vorm van een invuldictee. De leerling moet weggelaten woorden in twintig zinnen invullen. De zinnen worden voorgelezen. Werkwoordsvormen zijn niet opgenomen, deze worden getoetst met het PI-werkwoorddictee. De schooltoets is...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
De schooltoets bestaat uit 12 bladen met 274 in moeilijkheidsgraad opklimmende sommen. Per groep maken de leerlingen steeds twee bladen meer, behalve de reeds volledig goed gemaakte bladen. De toets is een onderdeel van het DLE...
De toets heeft drie niveaus elk met 40 open opgaven.De niveaus komen grotendeels overeen met niveaus 1 t/m 3 van de "Eindtermen Educatie", eerste voorlopige versie (PROVE, 1996). Voor het maken van de toets is een leesvaardigheidsniveau van...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
Schaal met 24 items die vragen naar leefgewoonten. Uit de drie tot vijf antwoordmogelijkheden moet er één aangekruist worden die het meest van toepassing is.
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...