Observatieschaal bestaande uit 18 items: gedragsproblemen (gericht op anderen); gedragsproblemen gericht op zichzelf; overige mentale gedragsproblemen; aandacht en concentratie; geheugen en oriëntatie; communicatie (begripsproblemen);...
De test bestaat uit een kaart met de complexe figuur, papier, potlood en scoringsformulier. Opdracht: het uit de vrije hand natekenen van de figuur. Wordt o.a. gebruikt voor screening op hersenorganiciteit.
Methode van materiaalverzameling die telkens aan het door de onderzoeker te behandelen probleem moet worden aangepast. Voor de oorspronkelijke versie en de modificaties zie Persoonlijke Psychologie I en II, Bonarius, 1980.