Test met drie subtests gericht op het vaststellen van verbale en visuele semantische stoornissen als oorzaak van woordvindingsproblemen: SAT-benoemen, SAT-verbaal en SAT-visueel. Elk onderdeel bestaat uit 30 items. Bij het onderdeel SAT-benoemen...
Vragenlijst met 133 items waarbij respondent op vijfpuntsschalen moet aangeven in welke mate de bewering van toepassing is, van ‘heel zelden’ tot ‘heel vaak’. Er zijn vijf onderdelen die samen 15 subschalen bevatten:Intrapersoonlijke aspecten:...
Test waarbij de gezinsrelaties ruimtelijk worden uitgebeeld d.m.v. het plaaatsen van schematische houten figuren, mannelijke en vrouwelijke. De afstand tussen de figuren geeft de gezinscohesie weer en de hoogteverschillen geven de hiërarchie...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.