Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Vragenlijst met 133 items waarbij respondent op vijfpuntsschalen moet aangeven in welke mate de bewering van toepassing is, van ‘heel zelden’ tot ‘heel vaak’. Er zijn vijf onderdelen die samen 15 subschalen bevatten:Intrapersoonlijke aspecten:...