Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Per schaal 320 activiteiten en gebeurtenissen waarbij de mate van plezierigheid resp. onplezierigheid en de frequentie moet worden aangegeven op een driepuntsschaal. De PES heeft een aparte 48 items tellende stemmingsgerelateerde subschaal MR,...
Vragenlijst met 58 items die op een zespuntsschaal van ‘dat is beslist zo' tot ‘dat is beslist niet zo' worden gescoord. De items betreffen aspecten van dwanggedrag.