Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Schaal bestaande uit 4 vragen die betrekking hebben op de afgelopen week:- Individueel: Hoe ging het met uzelf?- Interpersoonlijk: Hoe ging het in de contacten thuis, met mensen die dichtbij u staan?- Maatschappelijk: Hoe ging het met uw...
Test met 12 items die een positieve of negatieve gebeurtenis aan de orde stellen waarbij gevraagd wordt op een zevenpuntsschaal de voornaamste oorzaak ervan te beschrijven: "ligt geheel bij anderen of omstandigheden" tot "ligt geheel bij...
Schaal met 24 beweringen zoals ‘meer dan de gemiddelde persoon probeer ik erkenning te krijgen in groepen waartoe ik behoor'. Op vijfpuntsschalen geeft men aan in welke mate elke uitspraak van toepassing is. Een korte schriftelijke instructie...