Vragenlijst met 90 items waarmee wordt beoogd twee persoonlijkheidskenmerken te meten, te weten Neuroticisme, dat wordt omschreven als ‘de in de persoonlijkheid gelegen geneigdheid om onplezierige, negatieve gevoelens en gedachten te ervaren’ en...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Persoonlijkheidsvragenlijst specifiek voor de klinische praktijk. De vragenlijst meet de volgende zes persoonlijkheidskenmerken; Negativisme (NEG), Somatisering (SOM), Verlegenheid (VER), Ernstige Psychopathologie (PSY), Extraversie (EXT) en...
Vragenlijst met 127 items voor het meten van psychologisch welbevinden te meten in de zin van Ryff (1989). Onder ‘psychologisch welbevinden’ wordt verstaan: de mate waarin men voor gevoelens van welbevinden niet meer afhankelijk is van externe...
Persoonlijkheidsvragenlijst met 315 vragen (uitspraken) met vijf antwoordopties, waarbij de kandidaat moet aangeven in welke mate hij het met de uitspraak eens is (helemaal niet - in beperkte mate - redelijk - in sterke mate - helemaal). Een...
Persoonlijkheidsvragenlijst met 170 vragen (uitspraken) met vijf antwoordopties, waarbij de kandidaat moet aangeven in welke mate hij het met de uitspraak eens is (helemaal niet - in beperkte mate - redelijk - in sterke mate - helemaal). Een...
Test bestaande uit de Big Five-factoren en de toegevoegde factor Integriteit. Daarnaast zijn er zeven onderliggende schalen (minor-schalen):FactorenMinor-schalenExtraversie (E)Initiatief (E1)Stabiliteit (S) Vriendelijkheid (V)Assertiviteit...
Test bestaande uit een lijst met 30 eigenschappen, waarbij aangegeven moet worden in welke mate de respondent denkt dat deze eigenschap bij zichzelf aanwezig is. Antwoorden worden gegeven op een zevenpuntsschaal, lopend van ‘klopt helemaal niet'...
De test bestaat uit 21 opzetfiguren van verschillende leeftijd, vorm en grootte: 4 vrouwen, 4 mannen, 5 meisjes, 5 jongens, een peuter, een baby en een Meneer Niemand. Het kind wordt gevraagd hieruit zijn eigen gezin of groep belangrijke...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...