Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Vragenlijst met 56 items waarmee wordt beoogd persoonlijkheidseigenschappen te meten die van belang zijn voor het werk. Het instrument bevat zeven schalen met ieder acht items: ‘Intrinsieke prestatiemotivatie (Pi)’, ‘Extrinsieke...
De OPQ meet 32 persoonlijkheidsdimensies die zijn verdeeld over drie gedragsgebieden:1. Relaties met mensen, (Overtuigend, Leidinggevend, Direct, Onafhankelijk handelend, Extravert, Gesteld op contact, Zelfverzekerd, Bescheiden, Democratisch en...
Vragenlijst met 90 items die klachten omschrijven uit 8 dimensies: Angst (ANG), Agorafobie (AGO), Depressie (DEP), Somatische klachten (SOM), Wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit (SEN), Insufficiëntie van denken en handelen (IN),...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Vragenlijst met 24 items van vier woorden. De werknemer moet aangeven welk woord hem in de werksituatie het best (B) en het minst (M) beschrijft. De vragenlijst is gebaseerd op het model van W.M. Marston, 1928 dat de eigenschappen Dominantie,...
Schaal met 24 beweringen zoals ‘meer dan de gemiddelde persoon probeer ik erkenning te krijgen in groepen waartoe ik behoor'. Op vijfpuntsschalen geeft men aan in welke mate elke uitspraak van toepassing is. Een korte schriftelijke instructie...