Capaciteitentest met twee versies, een volledige en een verkorte versie. De volledige versie bestaat uit zes subtests met in totaal 97 items. Deze zes subtests zijn verdeeld over drie inhoudsgebieden:- Cijfermatige Capaciteiten (CCAP), met de...
Test bestaande uit vijf domeinen en 29 facetten: vier domeinen hebben zes facetten en een domein heeft vijf facetten:Gevoeligheid: nervositeit, boosheid, neerslachtigheid, gene en stressgevoeligheid;Extraversie: vriendelijkheid, contactbehoefte,...
Vragenlijst bestaand uit zeven factoren en 20 schalen. De zeven factoren zijn: Leiderschap, Werkoriëntatie, Oriëntatie op verandering, Sociale oriëntatie, Werktempo, Inschikkelijkheid en Prestatie oriëntatie. Er is een ipsatieve versie, de...
Projectieve test met tien platen. Op de tien platen staan inktvlekken afgebeeld, vijf zwart-witte en vijf met kleur. De tien platen worden op volgorde aangeboden aan de cliënt. Deze wordt gevraagd wat de inktvlek voorstelt. Reacties worden...
De VDL Persoonlijkheid bestaat uit drie persoonlijkheidstests:- PT 16-20: vragenlijst bestaande uit 50 beweringen met betrekking tot de big five persoonlijkheidstrekken, waarbij de leerling op een vijfpuntsschaal moet aangeven in hoeverre...
Test bestaande uit zeven subtests:- Verbaal-inductief: Analogieën (ANA). Subtest bestaande uit 17 items waarbij de juiste analogie gekozen moet worden uit vijf antwoordmogelijkheden.- Numeriek-inductief: Cijferreeksen (CYF). Subtest bestaande...
Vragenlijst met 59 gestandaardiseerde items, verdeeld over zeven schalen:1. Zelfvertrouwen (8 items): het gevoel en geloof dat een sporter goed kan presteren en succesvol kan zijn in zijn sport.2. Controle over negatieve energie (9 items):...
Test bestaande uit vijf domeinen met elk vijf tot zes facetten:- Gevoeligheid: nervositeit, boosheid, neerslachtigheid, gene en stressbestendigheid.- Extraversie: vriendelijkheid, contactbehoefte, dominantie, dynamiek, spanningsbehoefte en...
Vragenlijst bestaand uit 185 items. De eerste 170 items bestaan uit stellingen waarbij de kandidaat antwoordt door te kiezen uit ‘waar', ‘?' of ‘niet waar'. Voorbeelditem: ‘Ik houd ervan ordelijk te zijn en te weten waar al mijn spullen zijn'....
Begeleidingsinstrument bestaand uit 18 vierkeuze-items waarbij cliënt de alternatieven moet rangordenen van ‘meest van toepassing' tot ‘minst van toepassing'. De alternatieven geven de voorkeuren weer voor vier verschillende typerende vormen van...