Methode bestaande uit zeven plaatjes met acht bijbehorende vragen. Elke vraag vertegenwoordigt een sociaal-cognitieve vaardigheid. De verhalen gaan over een sociale situatie waarin een kind geconfronteerd wordt met een probleem. Er zijn tevens...
Test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit.
Vragenlijst met 16 items. De items betreffen klachten die voorkomen bij het hyperventilatiesyndroom. Op vijfpuntsschalen (van nooit tot zeer vaak) moet patiënt invullen in hoeverre de klachten op hem van toepassing zijn. De lijst kan gebruikt...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De vragenlijst bestaat uit 52 items met de volgende schalen: Welbevinden (W), Invaliditeitsbeleven (I), Ontstemming (O), Sociale geremdheid (S). Antwoordcategorieën: juist/?/onjuist.
De test is ontwikkeld naar een heuristisch model van H.J. Mark betreffende de hiërarchische organisatie en ontwikkeling van functies binnen leerkanalen. De subtests Blokpatronen, Vouwblaadjes en Natikken meten o.m. de functies aandacht,...