Toets met een afnamemoment in het midden en het einde van het schooljaar. Naast de midden- en eindtoets is er per leerjaar ook een tussentoets beschikbaar. De tussentoets ligt qua niveau tussen de twee toetsen in. Bij een minder snelle...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst bestaande uit 45 items met 5 antwoordmogelijkheden: ‘nooit', ‘zelden', ‘soms', ‘regelmatig' en ‘bijna altijd'. De items hebben betrekking op 3 schalen: symptomatische distress (intrapsychisch functioneren; 25 items), het...
Vragenlijst/observatielijst met 26 items gericht op de sociale competentie van leerlingen in de context van school. Sociale competentie wordt gedefinieerd als het adequaat kunnen en willen handelen in sociale situaties. Kennis, vaardigheden en...
Vragenlijst met 64 items. Het instrument bevat vier subschalen: Energie (19 items), Discipline (16 items), Planmatigheid (13 items) en Competitie (16 items). Deze vier afzonderlijk geven een beeld van de meest favoriete gedragsstijl van de...
Vragenlijst met 40 items die drie subschalen omvatten: Directe Agressie, Indirecte Agressie en Sociale Wenselijkheid met resp. 16, 19 en 5 items. Respondent moet van elke uitspraak aangeven of deze ‘waar' of ‘onwaar' is.De BDHI-D kan gebruikt...
Interactieve p.c. test met 18 opgaven. De kandidaat krijgt op een beeldscherm vijf deelprocessen van een fictief produktieproces schematisch aangeboden. Bij elk deelproces (met ieder een bepaald regelprobleem) moet hij met behulp van het...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Schaal met vier items, via factoranalyse verkregen uit de Subjective Symptom Test of Fatigue (Kogi e.a., 1970), waarop patiënten op een vierpuntsschaal aangeven in welke mate men de voorafgaande dag last had van een symptoom.
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.