Toets bestaande uit 11 toetskaarten met verschillende moeilijkheidsniveaus (AVI-niveaus). Op elke kaart staat een tekst die door de leerling hardop wordt voorgelezen. Voor elk moeilijkheidsniveau zijn er twee parallelle toetskaarten (A en B)...
Toets bestaande uit leeskaarten waarop woorden staan die hardop moeten worden voorgelezen. Er zijn drie moeilijkheidniveaus en voor elk niveau zijn er drie parallelle kaarten voor herhaalde afname. Op de leeskaarten van het eerste niveau staan...
Schooltoets mettwee vormen. De leerling moet gedurende anderhalve minuut hardop zoveel mogelijk woorden lezen.Toets 90A met 140 woorden met een opklimmende moeilijkheidsgraad, is geschikt voor groep 3 t/m 8. Toets 90B, ook met 140 woorden, loopt...
Vragenlijst met 16 items gericht op fundamentele onthechting. Deze stoornis kenmerkt zich door gedragingen als dominant, imponerend, onverantwoordelijk en egocentrisch gedrag, een gebrekkige gewetensfunctie en het ontbreken van empathie en...
De schooltoets bestaat uit 200 woorden met een hoge bekendheidswaarde. Het testformulier heeft aan de voorzijde 100 in moeilijkheidsgraad oplopende klankzuivere woorden en aan de achterzijde 100 woorden waarbij geanticipeerd moet worden op...
De test bestaat uit 21 opzetfiguren van verschillende leeftijd, vorm en grootte: 4 vrouwen, 4 mannen, 5 meisjes, 5 jongens, een peuter, een baby en een Meneer Niemand. Het kind wordt gevraagd hieruit zijn eigen gezin of groep belangrijke...
Begeleidingsinstrument met 33 items die acht subschalen omvatten: Procrastinatie, Studie te moeilijk, Toekomstperspectief, Extrinsieke belemmeringen, Extrinsieke verwachtingen, Sociale teruggetrokkenheid, Prestatiemotivatie, Studie valt...
Testbatterij van vier zelfstandige tests: Zinsontwikkeling (40 items), Woordontwikkeling (62 items), Auditief geheugen (15 items) en de Lexilijst (309 woorden en tien zinnetjes), waarbij de ouders invullen welke woorden het kind kent. Met los...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
Schaal met 24 items die vragen naar leefgewoonten. Uit de drie tot vijf antwoordmogelijkheden moet er één aangekruist worden die het meest van toepassing is.