Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Toets bestaande uit 11 toetskaarten met verschillende moeilijkheidsniveaus (AVI-niveaus). Op elke kaart staat een tekst die door de leerling hardop wordt voorgelezen. Voor elk moeilijkheidsniveau zijn er twee parallelle toetskaarten (A en B)...
Toets bestaande uit leeskaarten waarop woorden staan die hardop moeten worden voorgelezen. Er zijn drie moeilijkheidniveaus en voor elk niveau zijn er drie parallelle kaarten voor herhaalde afname. Op de leeskaarten van het eerste niveau staan...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
Schooltoets mettwee vormen. De leerling moet gedurende anderhalve minuut hardop zoveel mogelijk woorden lezen.Toets 90A met 140 woorden met een opklimmende moeilijkheidsgraad, is geschikt voor groep 3 t/m 8. Toets 90B, ook met 140 woorden, loopt...
Vragenlijst met 64 items. Het instrument bevat vier subschalen: Energie (19 items), Discipline (16 items), Planmatigheid (13 items) en Competitie (16 items). Deze vier afzonderlijk geven een beeld van de meest favoriete gedragsstijl van de...
De schooltoets bestaat uit 200 woorden met een hoge bekendheidswaarde. Het testformulier heeft aan de voorzijde 100 in moeilijkheidsgraad oplopende klankzuivere woorden en aan de achterzijde 100 woorden waarbij geanticipeerd moet worden op...
Begeleidingsinstrument met 24 items die drie subschalen omvatten: Kritisch lezen (9 items), Context verbreden (8 items), Structuur zoeken (7 items). Na de stamtekst "Als ik een ingewikkelde tekst bestudeer ...." wordt op vijfpuntsschalen van...
Observatieschaal met acht pijngedragingen waarvan de intensiteit of frequentie wordt beoordeeld op een driepuntsschaal. Tijdens de observatieperiode wordt de patiënt gevraagd te lopen, te staan e.d. De observatoren moeten getraind worden in de...
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...