Adaptieve vragenlijst met in totaal 116 items, waarvan gemiddeld 39 items per testafname worden gemaakt. Alle items zijn analogieën, waarbij uit de vijf antwoordmogelijkheden het ontbrekende woord moet worden gekozen. Voorbeeld van een item:...
Zelfrapportagevragenlijst met 53 items gericht op symptomen van psychopathologie. Het instrument omvat 9 dimensies die overlappen met psychiatrische syndromen:Somatische klachten (7 items).Cognitieve problemen (6 items)Interpersoonlijke...
Semi-gestandaardiseerd interview bestaande uit 67 items. Er zijn 40 zelfrapportagevragen, 25 observatie-items die na afloop van het gesprek worden gescoord en twee items voor globale beoordeling van ernst en betrouwbaarheid. De items worden...
Vragenlijst met 53 items gericht op symptomen van psychopathologie. Het instrument omvat 9 dimensies die overlappen met psychiatrische syndromen:Somatische klachten (7 items).Cognitieve problemen (6 items)Interpersoonlijke gevoeligheid (4...
Beoordelingsschaal gericht op de taalontwikkeling van het 2-jarige kind met drie onderdelen:- Woorden (3 items): meet de taalproductie van het kind. Er zijn zeven antwoordcategorieën oplopend van ‘duidt dat niet aan' tot ‘zinnetje van 2 of meer...
Screeningsinstrument met twee versies: de CST14, die 14 vragen bevat betreffende eenvoudige feitenkennis die is opgedaan in het verleden, en de CST20, met 20 vragen (zes iets moeilijker vragen zijn toegevoegd). Het instrument dient om t.b.v. de...
De test bestaat uit vier subtests voor objectperceptie (1. Onvolledige letters, 2. Silhouetten, 3. Objectherkenning, 4. Progressieve silhouetten) voorafgegaan door een vormdiscriminatie-screeningtest en vier subtests voor ruimteperceptie (5....
De test bestaat uit zes subtests die in een vaste volgorde worden afgenomen. 1. Visueel geheugen, conditie 1, 2 en 3; 2. Oriëntatie; 3. Meander; 4. Fluency; 5. Natekenen; 6. Acht-Woorden Test. Voorafgaand aan de testafname worden biografische en...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...